De vondst bij Nag Hammadi van 52 gnostische geschriften hebben de aanzet gegeven tot een nieuw hoofdstuk in het Jezus-onderzoek.
Tot de spectaculaire vondst in 1945 van de Nag Hammadi-geschriften was de christelijke gnostiek grotendeels alleen bekend vanuit de geschriften van de bestrijders van de gnostici, de kerkvaders. Zij beschouwden de gnostici als heretici (ketters). Waren ze dat?
De vondst bij Nag Hammadi van 52 geschriften van de gnostici zelf leidt tot een genuanceerder beeld. Het blijkt dat de gnostiek onder meer schatplichtig is aan het judese christendom. Maar daarnaast ook een aantal opvattingen koesterde die niet direct terug te voeren zijn tot de eerste eeuw. Zo maakten zij een onderscheid tussen de ‘onbekende’ God en de scheppergod uit het Eerste Testament. Daarbij is te bedenken dat in de boeiende begintijd van het christendom, pakweg de eerste twee eeuwen, nog geen vastomlijnde dogma’s bestonden als verzoeningsleer en erfzondeleer. Hoe dan ook, de ontdekking van de Nag Hammadi-geschriften hebben de aanzet gegeven tot een nieuw hoofdstuk in het Jezus-onderzoek (The Quest for the Historical Jesus).
Cultuurhistoricus Jacob Slavenburg is mede-vertaler van de Nag Hammadi-geschriften in het Nederlands. Hij schreef verschillende boeken over het vroegste christendom en de gnostiek.
Spreker: | drs. Jacob Slavenburg |
Datum: | Vrijdag 3 februari 2017 |
Plaats: | Emmaus, Laan der Verenigde Naties 94, Ede |
Tijd: | 20.00 uur |
Meer informatie en aanmelden: | Website Ede: www.bespreekhetsamen-ede.nl |